de wurggreep van het juridisch gelijk

Als je kind op school een probleem heeft, stap je dan naar de juf of naar de gemeente? Mijn klant klopte aan bij school. Maar toen bleek dat haar dochter kampte met een leer- én een geestelijk probleem, wist ineens niemand meer de weg.

Gebrek aan kennis? Irritatie of geen tijd? Als ik de mailtjes van de diverse ambtenaren naast elkaar leg, valt me één ding op: meedenken lukt niet. Er staan een hoop woorden, maar ze gaan alleen over financiëel en juridisch eigenbelang. Niet over behoeften en ondersteuning van een kind.
Mijn klant, die de gemeente had gevraagd om vergoeding van GGZ-hulp voor haar dochter, schetst daarnaast een traject dat vanaf seconde één misliep. Meermalig toegezegde informatie kwam niet aan. En op de diverse verzoeken om een persoonlijk gesprek gaf de gemeente niet-thuis.

onderzoek

Wat was er gebeurd? Als mantelzorgmakelaar ontrafel ik vaak eerst vóór ik antwoord geef. Dus zocht ik contact met school, GZ-psychologe en gemeente. School vertelde kinderen met lichte GGZ-problematiek normaalgesproken door te verwijzen naar gemeente of huisarts. Maar omdat dit meisje aanvankelijk kampte met een leerprobleem, kwam ze ter sprake in een MDO, een Multi Disciplinair Overleg. Dat resulteerde in een verzoek aan de bij het MDO betrokken GZ-psychologe (werkzaam bij een samenwerkingsverband Passend Onderwijs) onderzoek te doen naar mogelijke oorzaken. Zij constateerde een leer- en een geestelijk probleem. Oplossing van het leerprobleem lag bij school (Wet Passend Onderwijs), en omdat het geestelijk probleem van het meisje wortelde in haar afkomst, gaf de GZ-psychologe de ouders de naam van een therapeut die haar sporen op dit specifieke terrein ruimschoots had verdiend. Vergezeld van de suggestie om contact op te nemen met de gemeente voor mogelijke vergoeding vanuit de Jeugdwet.

schuld

Tot zover niks geks. Maar dat veranderde toen het Zorgadviesteam Jeugd in een eerste contact met de ouders het oordeel van de GZ-psychologe over de benodigde hulp opzij schoof. De verwijzing naar Basis GGZ (lichte tot matige psychische aandoening) werd een verwijzing naar Specialistische GGZ (complexe psychische aandoening) inclusief aanbod van twee door de gemeente gecontracteerde partijen. Dit gebeurde zonder onderzoek, zonder persoonlijk contact met ouders en/of kind en mét de mededeling dat dit niet het soort besluit was waartegen de ouders beroep of bezwaar konden aantekenen. Telefonische toelichting door de GZ-psychologe op haar bevindingen stuitte op de boodschap dat zij niet had mogen verwijzen naar een niet-gecontracteerde partij. Het Zorgadviesteam ging niet in op een verzoek van de ouders om een persoonlijk gesprek. En schoof hen in plaats daarvan de schuld toe: ‘U heeft de verkeerde procedure gevolgd’. Zonder uitleg wat de ouders alsnog konden doen om hun fout te herstellen. En met het advies een klacht in te dienen tegen de GZ-psychologe wegens het geven van valse hoop.

ping-pong

We zijn inmiddels weken verder. School zegt: ‘Voor ons is het heel vaag hoe het anders had gemoeten.’ Afspraken tussen school en gemeente over verwijzing in het geval van gemengde problematiek ontbreken. Daarom zou school hierover graag aan tafel willen, maar de gemeente houdt de boot af. Een mailwisseling, steeds hoger in de ambtelijke organisatie gelegd, leidt tot een verbale ping-pong waar de juridische meetlat langs moet. Want dat een GZ-psychologe niet valt onder wettelijke verwijzers, is zo. Maar dat een huisarts ‘…moet verwijzen naar door ons gecontracteerde partijen’, klopt niet. En als de ouders zich ná onderzoek door een professional onverwijld hadden moeten melden bij een gemeentelijk zorgteam voor een tweede onderzoek, gebeurt er vast iets dat de wetgever niet zo bedoeld heeft.

Wat ouders, school en GZ-psychologe het meest steekt, is de starre houding van de gemeente. De verbale stampij rondom schuldvraag, procedures en al dan niet gecontracteerde partijen staat haaks op hun leefwereld: een kind dat snel, specifieke hulp nodig heeft.

begrip

Stel dat deze gemeente had gedacht in mogelijkheden en oplossingen? Met oog voor de belangen van het meisje? Uitleg aan de ouders over herstel van hun fout? En erkenning van de goede bedoelingen van school en GZ-psycholoog? Het resultaat -geen vergoeding- was misschien hetzelfde geweest. Ook al gaf de argumentatie van de ouders wellicht grond voor een PGB.
Maar begrip is soms misschien belangrijker dan uitkomst.

Intussen heb ik de ouders gewezen op hun aanvullende zorgverzekering die in ieder geval gedeeltelijk de gespecialiseerde ondersteuning voor hun dochter vergoedt. Voorlopig zijn ze geholpen.
Maar het verhaal is niet af.
Een klacht is onderweg. En ik wil ook graag weten hoe de lokale politiek denkt over de manier waarop hun gemeente invulling geeft aan de bedoelingen van de Jeugdwet. Wordt vervolgd?